Ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan van Ripstar spraken we met oprichter Sjoerd Remmelink over de reis van zijn leven tot nu toe.

Van een snowboardcenter in Kaprun tot complete surfdorpen aan de Atlantische kust. Ripstar is in 35 jaar uitgegroeid tot een icoon in de wereld van surf- en sneeuwreizen.

Oprichter Sjoerd Remmelink deelt zijn inspirerende reis: hoe hij vanuit passie en idealisme een community creëerde waarin duizenden jongeren, gezinnen en sporters zich thuis voelden.

Een verhaal over roots, groei, overgave en afscheid en vooral: over hoe je trouw blijft aan je idealen, zelfs als je organisatie groter wordt dan jezelf.

Lees ook: Van Poedersneeuw tot perfecte golven. Hoe Ripstar de surfcultuur in Nederland pionierde.

Waarom begon je Ripstar eigenlijk?

“Ik wilde doen wat ik leuk vond: mensen enthousiasmeren voor een sport die mij geraakt had.” begint Sjoerd. “Voor mij ging het nooit om geld.”

Ripstar ontstond uit een snowboarddroom in Kaprun. “Ik stond daar zonder werk, maar met een plan. En een zelfbedachte naam: Ripstar, gekozen uit een lijst met namen als Poco Loco.” Lachend: “Gelukkig is het Ripstar geworden.”

“We begonnen vanuit passie en groeiden door vasthoudend idealisme. Dat voel je tot op de dag van vandaag.”

Wat maakte de beginjaren zo uniek?

Alles was nieuw. “Snowboarden was underground. Er waren geen opleidingen, geen regels. Sommige liften waren verboden voor boarders. Ik volgde de allereerste Staatliche Opleiding wereldwijd. En zette daarna een eigen opleiding op in samenwerking met een bond uit Wenen.”

In die tijd groeide Ripstar hard. Snowboarden werd vanuit de subcultuur meer mainstream. Veronica zond een item uit, en de school werd dé plek voor snowboarders. “We trainden de Nederlandse selectie, gaven les aan kinderen én profs. Ripstar stond voor vooruitgang.”

Hoe ontstonden de reizen en camps?

In 2001 verhuisden Sjoerd en Bianca terug naar Nederland. Eerst in Barendecht, toen Den Haag en nu al een tijd vanuit Amsterdam.

Sjoerd en Bianca
Sjoerd en Bianca

“We wilden breder gaan opereren, maar liepen vast in Oostenrijk.” Zo werd Ripstar een reisorganisatie. We deden alles: snowboardleraren opleidingen, specialistische camps, jeugdreizen, ski & snowboard verhuur; maar trainden ook de UK Army. Off-piste werd een speerpunt. “Wij waren de eersten met snowboard freeride-camps.”

En in de zomer? Surfcamps.

“Vanaf 2005 groeide dat snel. We haalden diploma’s uit Engeland door onze surfinstructeurs naar Cornwall te sturen en via de BSA hun diploma te laten halen. “Zo zetten we een professionele lerarenopleiding op, introduceerden bovendien de softtops, omdat we dat in Australië geleerd hadden. Naast de normale surfcamps organiseerden we ook reizen met jongeren en gezinnen.”

Wat waren hoogtepunten en dieptepunten?

Hoogtepunten: het feit dat we de geschiedenis van de snowboardsport vorm hebben gegeven, de explosieve groei van surfcamps, de unieke sfeer op de camps. De enorme hoeveelheid mensen die ons bedankten voor de positieve spirit die we hun mee hebben kunnen geven is eigenlijk nog steeds dat waar we het meest trots op zijn.  “Dat gemoedelijke, dat community-gevoel, dat maakt Ripstar Ripstar.”

Dieptepunten? “De bedrijfscultuur veranderen was pittig. Van laidback snowboardmentaliteit naar professionele reisorganisatie – dat gaf spanning. Corona natuurlijk, maar met name een lawine ongeluk waarbij we twee geliefde werknemers verloren had verreweg de meeste impact.

Wat gebeurde er in 2020?

“Bianca en ik wilden na 30 jaar meer tijd voor onszelf en waren in onderhandeling met een potentieel koper. De verkoop was bijna rond. En toen viel alles stil met Corona. Geen reizen, geen boekingen.”

Andere reisorganisaties stopten activiteiten en ontsloegen personeel. Sjoerd en Bianca besloten voor een sprong voorwaarts. In Ameland ontstond een nieuw camp, terwijl de Franse locaties nog dicht zaten. “We hadden lef, geluk en een geweldig team.”

Toen Frankrijk toch ook openging, konden beide campformats draaien. Duizenden liters desinfectiemiddel en mondkapjes gingen die kant op. “We hebben uiteindelijk een geweldige zomer gehad. En daarna is de verkoop alsnog goed gegaan.”

Hoe kijk je terug op de verkoop?

“Het was tijd voor meer vrijheid. We waren moe en wilden nog zoveel andere dingen waar we niet aan toe kwamen. Maar het voelde ook dubbel. Je draagt je levenswerk over.”

Het uitgestelde afscheidsfeest eind maart was fantastisch. “Ze hadden een compleet surfdorp gebouwd. Alles ademde Ripstar. Ik voelde me trots, gezien, verbonden.”

Wat is de erfenis van Ripstar?

Sjoerd denkt even na. “Ripstar heeft levens veranderd. Niet door geld, maar door beleving. Door passie te delen. Dat blijft. En dat is het mooiste wat je kunt nalaten.”

“De grootste waarde die je kunt nalaten is niet geld, maar inspiratie. En dat is wat Ripstar bij zoveel mensen teweegbracht.”

Bekijk de Ripstar Docu

Wat doet Sjoerd nu?

Na het overdragen van hun levenswerk koos Sjoerd voor een leven vol vrijheid. Zo deed hij weer aan snowboard- en mountainbikewedstrijden mee en opende hij vorig jaar een eigen Bikeschool in Bikepark Leogang.

In de winter gidst hij off-piste tochten in de sneeuw en werkt hij als opleider voor het Snow Safety Center in Davos; zo pakt hij zijn passie voor action sports gewoon weer op. “Ik wil mensen blijven raken. In het bos, in de bergen, in de poedersneeuw of op de trails – als het maar met hart en ziel is.”